Lopen nieuwe generaties massaal weg van de democratie? ‘Dat zien wij totaal niet. Integendeel’

Scholieren op de middelbare school hechten in hoge mate aan de democratie. Dat stijgt naarmate leerlingen ouder worden, blijkt uit meerjarig onderzoek van de Universiteit van Amsterdam, deels onder leiding van politiek socioloog Jaap van Slageren. Verder zien de onderzoekers duidelijke verschillen per opleidingsniveau (vmbo’ers minder gehecht, vwo’ers meer) en het vertrouwen in politici dáált juist naarmate leerlingen ouder worden.

Het onderzoek is een meerjarig project waarbij leerlingen vanaf hun brugklasjaar bevraagd worden over democratische waarden. De scholieren werden vier jaar geleden voor het eerst ondervraagd. Op die manier hopen de onderzoekers vast te kunnen stellen hoe democratische waarden van jongeren zich door de tijd heen ontwikkelen. De wetenschappers gaan voor hun onderzoek met tablets langs scholen in heel Nederland en laten leerlingen vragenlijsten invullen. Zo wordt ze gevraagd: hoe vaak praat je met je ouders, leerkrachten en vrienden over de politiek? En: kun je de meeste politieke onderwerpen zonder problemen begrijpen?


Lees ook
Nederlandse leerlingen hebben ‘beduidend’ minder kennis over burgerschap en rechtsstaat dan buitenlandse scholieren

Brugklassers spelen een rechtszaak na tijdens een les burgerschap op de middelbare school in Breda, in 2019.

Kloof ontstaat al vroeg

Uit internationaal onderzoek werd eind november bekend dat scholieren tegelijkertijd ‘beduidend minder’ kennis over burgerschap en de rechtsstaat hebben dan buitenlandse scholieren uit landen die op Nederland lijken. Het kennisniveau was in zes jaar tijd afgenomen, zeiden de onderzoekers.

Dit UvA-onderzoek toont aan dat jongeren in ieder geval wel een básishechting hebben om op voort te bouwen, met bijvoorbeeld burgerschapsonderwijs. De onderzoekers vragen met name hoe middelbareschoolleerlingen denken over de democratie en democratische waarden. Bijvoorbeeld door hen te vragen of ze vinden dat ze in een democratie wonen, en indien ja: of ze dat als prettig ervaren, en welke manier van bestuurd worden ze het meeste steunen (technocratisch, democratisch of autocratisch).

Van Slageren vindt dat het onderzoek de stelling van politicologen als Yascha Mounk – dat nieuwe generaties massaal zouden weglopen bij de democratie – nuanceert. „Dat zien wij totaal niet. Integendeel”, zegt hij. „Wij zien op jonge leeftijd al gehechtheid en betrokkenheid van jongeren bij de democratie.” Het is lastig te verklaren waarom de hechting groeit met de jaren. Deels hoort het bij opgroeien, denkt de onderzoeker.

Wat Van Slageren wel zorgen baart, is het verschil tussen opleidingsniveaus. Hij signaleert al vroeg een kloof, en die blijft met de jaren. Het lukt middelbare scholen niet om het verschil in hechting met de democratie tussen vmbo-leerlingen en vwo-leerlingen te verkleinen, zien de onderzoekers. Vwo-leerlingen hebben ook meer vertrouwen in de politiek en zijn vaker voornemens om te gaan stemmen. Van Slageren vermoedt dat meespeelt dat praktisch opgeleiden minder vertegenwoordigd zijn in de politiek, waardoor ze zich minder gezien zouden kunnen voelen.

Ook de onderwerpen die jongeren belangrijk vinden, verschillen per opleidingsniveau. Vwo-leerlingen noemen het klimaat en ongelijkheid als de belangrijkste thema’s. Havo-leerlingen noemen vaker vrijheid. En vmbo-leerlingen noemen de economie en ook vrijheid als thema’s waaraan de politiek vooral aandacht dient te besteden.

Tanend vertrouwen

Dat het vertrouwen van jongeren in politici daalt naarmate ze ouder worden, kun je zien als een positieve én een negatieve ontwikkeling, zegt de onderzoeker. Het is niet goed voor het functioneren van de democratie dat het vertrouwen daalt, zegt Van Slageren. „Maar de sterke daling in politiek vertrouwen zien we op hetzelfde moment ook bij de algehele Nederlandse bevolking.” Volgens Van Slageren zou dat kunnen betekenen dat de jongeren het maatschappelijke debat volgen en op de hoogte zijn. „Dát is dan weer positief.”

De vaker genoemde verklaring voor het dalende vertrouwen in de politiek in het algemeen is de affaire rond de gefotografeerde notitie over Pieter Omtzigt, tijdens de vorige verkenning in 2021. Toen was besproken dat hij beter een „functie elders” kon krijgen. Van Slageren heeft dit niet onderzocht, maar sluit niet uit dat „het gedrag van politici ook invloed heeft op jongeren”.

Wat moet er gebeuren om het vertrouwen weer te laten toenemen? Misschien is het flauw, zegt Van Slageren, maar ook voor jongeren is goed bestuur belangrijk. Ook noemt hij de kloof in opleidingsniveaus zorgelijk. „Daar moet echt werk van worden gemaakt.”


Lees ook
In de brugklas al grote verschillen in democratische waarden

Jongeren in de Tweede Kamer tijdens het Nationaal Jeugddebat.


Leeslijst